Ken je dat? Dat je een mooi verslag hebt geschreven en er dan een raar kriebeltje staat als opmerking bij een zin. Voor leraren én voor leerlingen is het vaak een moeilijk geval: de samentrekking. De zin leest namelijk niet lekker, maar wat er nu eigenlijk mis gaat, dat is lastig
Een samentrekking is vaak een ietwat gekke zin waarbij, zoals de naam het zegt, iets wordt ‘samengetrokken’. Maar wat is er dan precies aan de hand. Kortom:
Wat is een samentrekking?
Betekenis
Een samentrekking is een zin waarin een woord of een woorddeel wordt weggelaten uit een zinsdeel (of woordsgroep), omdat hetzelfde woord al eens in de zin voorkomt. Het deel wat wordt weggelaten zorgt er dan voor dat de zin korter wordt, en dus wordt samengetrokken.
Er kunnen ook meerdere woorden of woorddelen worden samengetrokken. Hierdoor valt de herhaling weg en kun je op een kortere manier de zin maken.
Binnen Zinsniveau
Een voorbeeld van een samentrekking binnen zinsniveau is:
- Zij vindt honden leuk, maar katten niet
Maar wat is hier nu weggelaten? Kijk maar eens naar de volgende zin:
- Zij vindt honden leuk, maar zij vindt katten niet leuk
Hier zie je dat de woorden “zij” en “vindt leuk” niet genoemd zijn in zin 1. Dat kan omdat je over dezelfde persoon en hetzelfde werkwoord praat.
Binnen een Woordgroep
Een voorbeeld van samentrekking binnen een woordgroep:
- Lieve en stoute kinderen
Is een samentrekking van de volgende woordgroep:
- Lieve kinderen en stoute kinderen
Hier zie je dat “kinderen” is weggelaten, omdat je wil praten over hetzelfde onderwerp, namelijk “kinderen”, en dat woord staat al achterin de zin.
Op Woordniveau
Een voorbeeld van samentrekking op woordniveau is:
- Dag- en nachtdienst
- Dagdienst en nachtdienst
Hier zie je dat het woord zelf is ingekort. Dit wordt daarom ook gedaan met een streepje. Meer informatie over het streepje vindt je hier. Door het streepje te plaatsen weet je dat het laatste deel van het volgende woord (in dit geval dienst, in nachtdienst), eigenlijk hoort op de plaats van het streepje.
Foutieve samentrekking
In een foutieve samentrekking worden delen samengetrokken, die eigenlijk niet samengetrokken kunnen worden. Dit komt omdat het woord of zinsdeel dat herhaald wordt (en waarvan wordt gedacht dat het samengetrokken moet worden) een andere functie heeft dan het andere zinsdeel of woord.
Voorbeelden
- Alle meisjes zijn naar Justin Bieber gegaan, alleen Annie niet
In bovenstaande zin is “zijn gegaan” samengetrokken. Maar waarom is dit foutief? Dit komt omdat in het eerste deel “zijn gegaan” staat voor een meervoudsvorm, het gaat tenslotte om “alle meisjes”. In het tweede deel is het echter “alleen Annie”. Je krijgt dan “Alle meisjes zijn naar Justin Bieber gegaan, alleen Annie zijn niet gegaan”. Dat kan dus eigenlijk niet, hoewel het wel vaak zo wordt gezegd. De werkwoorden hebben dus een ander getal (meervoud) in het eerste deel, en dat komt niet overeen met het eerste deel (enkelvoud).
- Hij heeft zijn vriend opgebeld en gezegd dat hij niet mag komen
In het eerste deel is “zijn vriend” het lijdend onderwerp. Dat zie je door je af te vragen: Wie heeft hij opgebeld? – Zijn vriend. Maar in het tweede deel is “zijn vriend” samengetrokken. Er staat nu niet “en zijn vriend heeft gezegd dat hij niet komt”, maar “gezegd dat hij niet komt”. Hierdoor krijgt “zijn vriend” in het tweede deel de functie van meewerkend voorwerp.
Nog meer voorbeelden van foutieve samentrekkingen zijn:
- Haar blouse kost 60 euro en vind ik niet mooi (hierin is “haar blouse” eerst onderwerp, en daarna lijdend voorwerp)
- De gemene man gaf het kind een pak slaag en de hond een koekje (geven heeft hier twee verschillende betekenissen)
Vragen?
Heb jij nog vragen over de samentrekking of denk je dat de samentrekking foutief is? Laat het me weten!
Liefs,
Vera
De zin over Annie die niet naar Justin Bieber gaat is “technisch” misschien fout, maar in de praktijk zullen veel mensen dit toch zeggen. Het werkwoord op zich (zijn) blijft hetzelfde en de functie van de woordgroepen eveneens.
Andere voorbeelden:
We waren allemaal moe, alleen Pietje niet.
Jantje komt altijd te laat, Klaasje en Heintje niet.
Ook het voorbeeld “Hij heeft zijn vriend opgebeld en gezegd dat hij niet komt.” zullen de allermeeste mensen als prima Nederlands beschouwen. Je zou het ook kunnen lezen als “hij heeft zijn vriend gebeld en in dat telefoongesprek gezegd dat hij niet komt”.
Dankjewel voor je reactie Alexandra! Ik heb ook lang zitten nadenken om een goed voorbeeld te verzinnen voor bij het ‘getal’, dankjewel voor jouw toevoegingen! De zin ”Hij heeft zijn vriend opgebeld en gezegd dat hij niet komt” kan inderdaad zo opgevat worden. Maar als je probeert te zeggen ”zijn vriend heeft gezegd dat hij niet komt”, wat ik in dit geval probeer uit te leggen dan maakt dat die zin een foutieve samentrekking; juist omdat je denkt dat de ”hij” niet komt (in plaats van de vriend).
Hoi Vera, ik denk dat de meeste mensen in het laatste geval intuïtief iets zullen zeggen als:
Hij heeft zijn vriend opgebeld en die heeft gezegd dat hij niet komt.
Leuk blog heb je. Ik volg het met veel plezier!
Daar geef ik je volkomen gelijk in! En heel erg bedankt, ik heb zelf ook even naar jouw blog gekeken: heel erg leuk (en knap!) om uitleg over het Nederlands in het Duits te zien 🙂
Dank je! Talen zijn ook echt mijn passie en ik vind het hartstikke leuk om Duitsers te laten kennismaken met mijn moedertaal.
Wat is een combinatie van woordnigeau en woordgroepniveau
Hoi Rohid, een samentrekking vindt altijd plaats binnen een van die drie niveaus. Met woordgroepniveau wordt een reeks woorden bedoeld die elkaar opvolgen, bij woordniveau gaat het om een combinatie van een of twee woorden (zoals in- en uitvoer).